Het Griekse economische ‘wonder’? De burger profiteert niet altijd mee

Griekenland Na jaren van malaise is de Griekse economie uit het slop geraakt. Vorig jaar groeide het bbp met 5,6 procent, waarmee er een eind kwam aan de jarenlange recessie. Toch zijn er ook waarschuwingen over de duurzaamheid van de groei, en is het nog maar de vraag of de Griekse burgers er wel echt van profiteren.

Leden van partij-alliantie Prasino+Mov, Groen & Paars, voeren campagne in Athene. Zondag is de tweede ronde van de parlementsverkiezingen.
Leden van partij-alliantie Prasino+Mov, Groen & Paars, voeren campagne in Athene. Zondag is de tweede ronde van de parlementsverkiezingen. Foto Spyros Bakalis/AFP

Het is even wennen: positieve of zelfs juichende verhalen over de Griekse economie. Vooral de financiële vakpers komt superlatieven tekort over het land dat jarenlang de verkeerde lijstjes aanvoerde. Griekenland is een ‘economisch wonder’, schreef de Indiase investeerder Ruchir Sharma van Rockefeller Capital Management in zijn column in de Financial Times. En weekblad The Economist bestempelde het Zuid-Europese land als een ‘Europees succesverhaal’.

Die loftuitingen zijn terecht, zegt Dimitris Malliaropulos in zijn kantoor op de vijfde verdieping van het classicistische hoofdkantoor van de Bank van Griekenland in het centrum van Athene, met uitzicht op de Akropolis. Griekenland, zegt de hoofdeconoom van de centrale bank, heeft de afgelopen jaren beter gepresteerd dan vergelijkbare landen in de Eurogroep. „We zijn echt uit het dal.”

Inderdaad, de Griekse economie groeit, waarmee het land definitief een jarenlange recessie achter zich gelaten heeft. In 2022 nam het bruto binnenlands product met 5,6 procent toe en dit jaar stijgt het naar verwachting verder. De kredietbureaus hebben het land inmiddels opgewaardeerd tot BB+, nog één stap verwijderd van de kredietwaardig geachte BBB-rating. En dat vertaalt zich in buitenlandse investeringen, bijvoorbeeld in vastgoed en in de vestiging van multinationals als Google, Microsoft, Pfizer en Tesla. De export neemt toe, net als het toerisme.

Electoraal argument

De groeiende economie is een belangrijk electoraal argument van Kyriakos Mitsotakis, premier sinds 2019, die zondag in de tweede ronde van de parlementsverkiezingen een tweede termijn hoopt te krijgen. In de eerste ronde, vorige maand, haalde de conservatieve leider al een flinke overwinning. Omdat de grootste partij in het Griekse kiessysteem in de tweede ronde een flink aantal bonuszetels ontvangt, lijkt Mitsotakis op een absolute meerderheid af te stevenen.

Maar niet iedereen is zo enthousiast over de Griekse economische statistieken. „Is die groei wel duurzaam?”, vraagt econoom Louka Katseli zich bijvoorbeeld af. Katseli is emeritus hoogleraar economie aan de Universiteit van Athene en ze was minister van Economie en van Arbeid voor de sociaal-democratische partij PASOK.

Investeringen, zegt Katseli, zijn constructief als ze gericht zijn op het vergroten van de export en het vervangen van import. „Dan doel ik bijvoorbeeld op de agrosector, of de maakindustrie. De Griekse groei is minder constructief: die zit in fusies en overnames, hotels, het opknappen van huizen om ze als Airbnb te verhuren, en in de digitale sector.” Op de korte termijn klinkt dat goed, zegt Kasteli. „Maar als we onze productiviteit niet vergroten, zullen de markten toch weer aan onze publieke en private schulden gaan twijfelen. Net als in 2010.”

Toeristen op de Akropolis van Athene. Toerisme is een belangrijke inkomstenbron voor Griekenland, al is de export de omvang van het toerisme inmiddels voorbijgestreefd.
Foto George Vitsaras/ANP/EPA

Dijsselbloem

Malliaropulos, die sinds 2013 bij de Bank van Griekenland werkt, kan zich de problemen van de jaren tien nog levendig herinneren. „Ik heb nog met Jeroen Dijsselbloem aan tafel gezeten. Aardige kerel. Hij heeft ons stevige bezuinigingen opgelegd, maar altijd stelde hij het belang van Griekenland voorop.”

Zodra de naam van de toenmalige voorzitter van de Eurogroep en de tegenwoordige burgemeester van Eindhoven valt, ben je meteen terug bij de opeenvolging van dieptepunten die de Griekse economie destijds was. In 2010 bleek dat de regering met de begrotingscijfers gesjoemeld had. Investeerders verloren hun vertrouwen. Het land ging praktisch failliet.

Moeizame onderhandelingen met de ‘Trojka’ van Europese Commissie, Europese Centrale Bank en Internationaal Monetair Fonds leidden tot draconische bezuinigingen en hervormingen. De lonen daalden, maar de prijzen bleven gelijk, waardoor de gemiddelde Griek amper nog iets te besteden had. De recessie duurde vele jaren langer dan verwacht. Nog steeds is de Griekse economie een derde kleiner dan voor de economische crisis.

Het Helleense Anti-armoedenetwerk berichtte eind vorig jaar dat drie op de tien Grieken het risico lopen om niet meer rond te komen. Vooral buiten Athene is het niet vreemd om ineens een auto zonder ruit voorbij te zien komen: geen geld voor een reparatie. In de hoofdstad zelf valt op dat er weinig geïnvesteerd is in gebouwen en wegen. Stoepen liggen er vaak haveloos bij; van stadsvernieuwing geen spoor.

Econoom Katseli maakt zich vooral zorgen over de groeiende ongelijkheid in Griekenland. „We krijgen een samenleving van insiders en outsiders. De publieke gezondheidszorg is uitgehold. Sommigen doen het erg goed, maar wie het niet redt, vervreemdt van het politieke systeem. Dat procedé, dat je overal in Europa ziet, is zorgelijk voor de democratie.”

Columnist Koen Haegens van De Groene Amsterdammer constateerde eerder deze maand dat Griekenland precies is geworden „wat de critici vreesden: een lagelonenland aan de periferie van Europa. Voor vakantievierende Nederlanders en Duitsers een verrukkelijke bestemming. Voor te veel bewoners een Griekse tragedie zonder einde.”

Geconfronteerd met die woorden kijkt Malliaropulos voor het eerst tijdens het gesprek bedrukt. „Dat is echt een compleet verkeerd beeld. Griekenland is niet in de eerste plaats een vakantiebestemming voor Noord-Europeanen. Onze export is de omvang van het toerisme voorbijgestreefd, en we ontwikkelen ons tot energiehub.”

Loonsverlaging

Natuurlijk ziet ook de centrale bankier wel in hoe pijnlijk de door de Trojka opgelegde bezuinigingen waren voor de gemiddelde Griek. „Vooropgesteld: het was absoluut noodzakelijk om de lonen te verlagen, om het land weer competitief te maken. En ook al stijgen de lonen inmiddels weer, ze liggen nog steeds 20 procent onder het niveau van voor 2010. Dat blijft pijnlijk.”

Onder economen heeft er een flink debat gewoed over de noodzakelijkheid en de omvang van de bezuinigingen. De recessie duurde veel langer dan gepland. Is het land kapot bezuinigd? Dijsselbloem erkende, in 2018 in Nieuwsuur, dat hij het land „te veel” hervormingen opgelegd had. En ook het IMF heeft zich kritisch getoond over zijn rol in het herstelprogramma voor de Grieken.

De Trojka heeft fouten gemaakt, zegt ook Malliaropulos. En toch moet de Griekse econoom er niet aan denken dat toenmalig minister Yanis Varoufakis (Financiën) in 2015 zijn zin had gekregen en Griekenland de Eurogroep verlaten had. „Varoufakis was verkeerd geïnformeerd. Hij bracht ons land naar de rand van de afgrond, met uitzicht op niks.”

Lees ook: Wie is hier nou de echte volwassene in de kamer?

Buiten de Eurogroep, zegt de bankier, was Griekenland veel slechter af geweest. „Ik kan me niet eens voorstellen hoe dat had uitgepakt tijdens corona of de energiecrisis. Als EU-land maken we bijvoorbeeld aanspraak op 30 miljard euro uit een Europees fonds, waarmee we de wegen verbeteren en bijvoorbeeld 5G aanleggen. Dat waren we anders misgelopen.”

Ten aanzien van de Griekse economie is het maar net of je het glas halfvol of halfleeg ziet, aldus Malliaropulos. „Ja, er is nog steeds veel armoede en ja, je kunt ook zeggen dat de gemiddelde Griek door alle investeringen in vastgoed te maken krijgt met hogere woonlasten. Dat is een grote zorg. Veel huizen worden verhuurd als Airbnb terwijl mensen geen woning kunnen vinden. Dat kan nog een grote sociale kwestie worden.”

Maar in het algemeen, zegt hij, gaat het toch de goede kant op. „En, met de aanstaande herverkiezing van Mitsotakis in het achterhoofd: dat ziet de Griekse kiezer ook.” Katseli denkt op haar beurt dat de zittende premier vooral zal profiteren van de „angstval”. Ze legt uit: de middenklasse is er zo op beducht dat ze verliest wat ze heeft, dat ze liever stemt op iets wat ze kent, ook al is dat niet altijd goed voor haar. „Hiervan gaat Mitsotakis profiteren.”